Piercings en hun maat

Afhankelijk van de plek op je lichaam worden piercings vrijwel altijd gezet met 0.8, 1, 1.2, of 1.6 mm dikte.

De plek/plaatsing op je lichaam bepaalt dus vaak de dikte van het piercing sieraad.

Niet alleen de maten zijn belangrijk om een goeie keuze te kunnen maken. Ook is het belangrijk welke types je op welke plek kan dragen.

Door de juiste maat en het juiste materiaal voorkom je namelijk problemen. Aanschaf van verkeerde piercings kan vervelende gevolgen hebben.(te kleine maten ,of juist te groot)

Het is dus belangrijk dat de DRAAD DIKTE, LENGTE en DIAMETER klopt.

 

Meten is weten, maar hoe zit dat dan precies ?

Lengte

Met de lengte bedoelen we de draagbare lengte. Hier worden schroefdraad en balletjes niet bij gerekend.

De lengte is dus gemeten tussen de balletjes in.

Diameter

De diameter bij ringetjes, Een ringetje kan open zijn, of gesloten zijn.

We meten dan de diameter op het breedste gedeelte van het ronde sieraad.  

Ook wordt soms de grootte van een accessoire, bijvoorbeeld een balletje, met de term diameter aangeven.

Draad dikte (gauge)

Piercings worden gezet met verschillende naald groepen afhankelijk van de te piercen plaats.

0.8, 1, 1.2, of 1.6 mm dikte

Met behulp van een schuifmaat kun je de maten van je sieraden opmeten.